Sinds 1 januari 2020 is de gewijzigde arbeidsongevallenwet in voege. Ook in 2019 werden er reeds enkele wijzigingen doorgevoerd. In de aangepaste wetgeving wordt vooral meer duidelijkheid geschept in het kader van werkplekleren voor “kleine statuten” en wordt occasioneel en structureel telewerk gelijkgesteld. We zetten hieronder kort de belangrijkste wijzigingen op een rij.
1. Leerlingen en stagiairs worden beter beschermd
Wanneer leerlingen of stagiairs (“kleine statuten”) een opleiding volgen via werkplekleren zijn zij vanaf 1 januari 2020 ook beschermd door de wettelijke arbeidsongevallenverzekering. De werkgever moet daarvoor vanaf nu voor bepaalde beroepsopleidingen een arbeidsongevallenverzekering afsluiten en een Dimona-aangifte indienen.
De werkgever kan in dit geval het bedrijf zijn waar de leerling stage loopt, maar ook de school of de overheidsinstelling die de stage coördineert, bv. VDAB. Dit wordt steeds vastgelegd per opleidingsovereenkomst door Fedris (het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s), zie hiervoor: http://fedris.be/nl/professional/privesector/wetgeving-rechtspraak .
Waarom deze wijziging? Voorheen werden stagiairs op een variabele manier beschermd, omdat ze niet altijd gedekt waren door een verzekering die door de werkgever werd afgesloten. Door alle “kleine statuten” op te nemen, wordt een vergelijkbare bescherming als werknemers gegarandeerd.
2. Uitbreiding arbeidsongevallenwet naar occasioneel telewerk
Occasionele telewerkers (= werknemers die af en toe buiten de werkplek werkzaam zijn, zonder specifieke telewerkovereenkomst) genieten reeds vanaf 27 januari 2019 dezelfde bescherming bij arbeidsongevallen als werknemers die structureel telewerken (= werknemers die op regelmatige basis en niet-incidenteel buiten het bedrijf werken). Voorheen werd enkel structureel telewerk met een telewerkovereenkomst hierin opgenomen. De enige voorwaarde is wel dat er een goedkeuringsdocument voor telewerk aantoonbaar moet zijn, met vermelding van de plaats en tijdsperiode van het telewerk.
Ook arbeidswegongevallen bij wie structureel en occasioneel aan telewerk doet, worden vanaf nu als woon-werk-ongeval beschouwd.